recht van kerkgestoelte

Recht van kerkgestoelte

Heerlijke rechten | Kerkgestoelte
Het recht op een vaste zitplaats

Onder het recht van kerkgestoelte wordt verstaan het op de eigendom van de kerk drukkende zakelijke recht tot het hebben van een gestoelte (herenbank) in de kerk, en/of het zakelijk recht op het gebruik van een specifieke vaste zitplaats in een de kerk. In het laatste geval gaat het dan om een herenbank of herengestoelte.

recht van kerkgestoelte in Baarsdorp

Vele rechten van kerkgestoelte zijn ontstaan in de 17e en 18e eeuw, bijvoorbeeld bij herinrichting van een kerk, en de (ambachts)heer (die rechthebbende was op het collatierecht, maar soms ook eigenaar van het kerkgebouw zelf was) een herenbank in de kerk liet plaatsen. Door de plaatsing van de bank verkreeg de heer een zakelijk recht om een gestoelte in de kerk te hebben. Ook komt dit recht voor als ambachtsgevolg (heerlijk recht). Het recht is in beginsel eeuwigdurend, dat wil zeggen zolang als de bank en de kerk bestaan.

Tot de afbraak van de kerk van Baarsdorp in 1882 en tot de afbraak van kerk van Sinoutskerke in 1906 werd het recht van kerkgestoelte binnen het heerlijkheidsgebied uitgeoefend. Tot op heden bestaat dit recht van de (ambachts)heer van Baarsdorp ten aanzien van de herenbank van 's-Heer Arendskerke, waar Baarsdorp kerkelijk al eeuwenlang mee is verenigd.